

Ik was wat een serieuze tiener. Al jong had ik ervaren dat het leven zomaar afgelopen kon zijn. Ik zocht troost in boeken en in mooie gedichten. En als ik een topper tegenkwam, schreef ik het over (met bronvermelding) in een schrift. En zo ontstond een verzameling die een leven lang mee blijkt te gaan.
Het komt geregeld voor dat één van die gedichten – ruim 30 jaar oud! – voorbij komt in mijn praktijk. Hoe dat kan? Ze gaan over het tijdloze. Over hart en ziel, emoties, onze behoefte aan waardering, aan geborgenheid, aan menselijkheid, aan tot bloei komen. Onze behoefte aan… aandacht.
Toen ik nadacht over het woord ‘aandacht’, dat voor juni op de agenda staat, moest ik steeds weer denken aan een gedicht uit dat tienerschrift. Maar: waar was dat schrift?? Het schrift vond ik niet (te logisch opgeruimd).
Maar het gedicht bleef door mijn hoofd zingen… Blijkbaar heb ik het vaak met aandacht gelezen en is het van mijn hoofd naar mijn hart gezakt. En zo is het verweven geraakt met wie ik als mens wil zijn.
En: ik vond het weer! Afkomstig uit een gedichtenboekje van Hans Bouma en Evelyne Dessens met als titel ‘Goed dat je er bent’.
Lees maar:
Aandacht
vraag niet te veel
mens is die ander
mens die zich verbergt
vraag niet te weinig
mens is die ander
mens die je roept
wees sterk in aandacht
warme
waakzame aandacht
doe recht
aan wat die ander zwijgt
aan wat die ander zegt
mens is hij
zo mooi en zo kwetsbaar
als jij ook zelf
mens bent.
Liefs, Julia
www.juliamolenaar.nl