

Toen hij enkele dagen later terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was. Er stroomden zoveel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun de heilsboodschap. Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd. Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken. Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: “Vriend, uw zonden worden u vergeven.” Marcus 2: 1-5 NBV
Mensen zijn door God geschapen om relaties te hebben. In Genesis 2: 18 staat dat God, de Heer, dacht: “Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper maken die bij hem past.” Deze tekst staat daar het in het kader van het huwelijk, maar ik denk dat je het breder kunt trekken. We hebben niets voor niets oren gekregen om naar elkaar te luisteren, ogen om elkaar te zien, handen om elkaar aan te raken en een mond om te communiceren. Samen genieten van leuke dingen doen, samen eten, spelletjes doen, lachen en huilen. Van ‘samen’ word je gelukkig. Van echte vriendschap word je gelukkig. Spreuken 27:9 zegt :”De geur van balsem en wierook maakt gelukkig, maar zoeter voor het hart is ware vriendschap.” Onderzoekers van de Universiteit van Tel Aviv en het Massachusetts Institute hebben ontdekt dat we heel slecht zijn in het beoordelen van wie onze echte vrienden zijn. We denken namelijk dat degenen die wij als vriend zien ons ook zo zien. Maar zo werkt het niet ontdekten de onderzoekers. Slechts 50% van degenen die wij als onze vrienden zien, ziet ons ook als vriend. Bijzonder! Maar hoe zit dat nu?
Paul van Lange, sociaal psycholoog, heeft het antwoord: “Mensen verschillen in wat ze vriendschap noemen. De één heeft meer behoefte aan vrienden en noemt mensen sneller een vriend. De ander heeft aan twee vrienden genoeg en zal mensen dus sneller als kennis betitelen.” Vriendschap heeft volgens hem te maken met vertrouwen. Op een vriend kun je altijd terugvallen in tijden van nood, op een kennis meestal niet en vrienden weten zo goed als alles van je; kennissen niet.
Een vriend is dus iemand op wie je kunt vertrouwen, die er voor je is in de pieken en de dalen; die oprechte belangstelling voor je heeft. Een vriend is ook iemand die, indien nodig, je corrigeert wanneer je fouten maakt, eerlijk tegen je is, vergevingsgezind en ondanks alle drukte tijd voor je maakt. Oef.. een vriend klinkt als een soort supermens. Gelukkig hoeven die eigenschappen niet allemaal in één vriend voor te komen. We hebben trouwens in ons hoofd maar ruimte voor 150 mensen, volgens dezelfde Paul de Lange. En dat is dan inclusief familie, collega’s en kennissen. En privédingen bespreken we zelfs maar met drie mensen, waaronder onze partner. Gelukkig maar denk ik dan. Dat kan ik nog behappen.
Vrienden lopen soms lang met je mee in het leven en anderen kort. Met sommige vriendinnen heb ik veelvuldig contact en met andere minder frequent maar ondanks dat is de vriendschap wel heel goed, warm en waardevol .Een van mijn vriendinnen ken ik al vanaf de middelbare school. Toen we beiden gingen studeren in verschillende steden verloren we elkaar uit het oog. Maar tijdens de zwangerschap van onze beide eerste kinderen kwamen we elkaar in een heel andere stad bij het zwangerschapszwemmen weer tegen. De vriendschap bleek er nog steeds te zijn en de kinderen groeiden samen op tot onze verhuizing naar Leeuwarden. Doordat we beiden een drukke baan en een gezin hadden zagen we elkaar minder vaak dan gewenst. Maar als we bij elkaar waren dan praatten we een uurtje bij en was het weer als vanouds. En nog steeds is dat zo. Toen ze hoorde van mijn ziekte was ze een van de eersten die aan de keukentafel zat. Met een andere vriendin deel ik graag mijn leven en de dingen die we belangrijk vinden. Vriendinnen zijn voor mij heel waardevol. Dus koester ik ze.
Er is een mooi Amisch gezegde over vriendschap .
Een vriend is als een regenboog, na iedere storm staat hij voor je klaar.
De tekst uit Marcus gaat over 4 mensen ( niet vier vrienden zoals in mijn kinderbijbels staat) die gehoord hebben over Jezus en weten dat hij weer in Kafarnaüm is. Ze dragen een verlamde in zijn draagbed en willen die bij Jezus brengen. Maar het is druk en ze komen niet door de menigte heen. Dan bedenken ze een slim plan. Ze gaan via de trap het dak op, maken daar een gat in en laten het draagbed zakken voor de voeten van Jezus. Ondanks dat ze niet vrienden worden genoemd gedragen ze zich zo wel. Ze gaan tot het uiterste voor hun vriend; zijn welzijn gaat hen boven alles. De verlamde kan op hen vertrouwen. Ze zorgen er linksom of rechtsom wel voor dat hun vriend bij Jezus komt en ze geloven dat hij hun vriend zal genezen. Daar hebben ze alles voor over, zoals echte vrienden. Jezus ziet hun geloof en zegt “vriend” tegen de verlamde. Hij neemt de vriendschapsrelatie van de 5 over. De verlamde wordt gedragen door zijn vrienden. Letterlijk maar ook figuurlijk. Voordat ik ziek werd wist ik niet zo goed wat het betekende ‘gedragen’ te worden door mensen. Wat moet je je daar bij voorstellen? Maar nu ervaar ik dat er zoveel mensen zijn die aan je denken, voor je willen zorgen, voor je bidden, kaarten en bloemen sturen, naar je omkijken, steun geven in voor mij en mijn gezin moeilijke tijden. En dat voelt gedragen. Zooooo gedragen. Als een draagbed waarop ik mag gaan liggen wanneer het me zelf niet meer lukt, zodat mijn vrienden me bij Jezus kunnen brengen.
De wereld van vandaag heeft mensen nodig die niet alleen aan zichzelf denken, maar die een vriend voor de ander willen zijn. Omzien naar elkaar. God heeft ons aan elkaar gegeven opdat we niet alleen zouden zijn. We zijn geschapen om relaties te hebben, om elkaar lief te hebben, te steunen, te bemoedigen, te helpen. Maar ook om plezier te maken, gezelligheid te ervaren en saamhorigheid.
Vrienden krijg je door eerst zelf een goede vriend te zijn.
Siety Feijen Wolthuizen